Iedere schaatster volgt een eigen route naar het piekmoment in de kerstvakantie

De 37,00 waarin Femke Kok zondagmiddag de 500 meter in Thialf afraffelde, was de tweede ooit gereden op de laaglandbaan in Heerenveen. Slechts driehonderste boven haar eigen baanrecord. Het was haar elfde gewonnen wereldbekerwedstrijd op rij.

En toch was Kok na afloop niet tevreden. „Die scherpte bij de start was niet super. Ik  merkte dat het gevoel  op het ijs nog niet helemaal terug is.” Nog harder oordeelde ze over haar 1.000 meter, waarop ze afgelopen vrijdag derde werd. „Het ging gewoon totaal niet met mijn timing.”

Een verklaring voor dat gebrek heeft Kok wel. Ze was de afgelopen week, nadat ze was teruggekeerd uit Noord-Amerika waar ze een nieuw wereldrecord reed, met haar ploeg Reggeborgh op trainingskamp geweest op Tenerife. „Ik stapte afgelopen dinsdag pas weer op het ijs. Dat trainingskamp was heel lekker, om mentaal even op te laden. Maar voor je schaatstechnische beleving is het niet optimaal.”

Qua resultaten was dit weekend in Heerenveen uitermate succesvol voor de vrouwen in oranje schaatspakken. Op vier van de vijf individuele afstanden (500, 1.000, 1.500 meter en massastart) wonnen de schaatssters; alleen op de 5.000 meter werd Joy Beune derde in plaats van eerste. Zo gaat het al dit hele schaatsseizoen; voor de Olympische Spelen, straks in februari in Milaan en Cortina, is de kans best aanwezig dat de Nederlandse vrouwen elke individuele gouden medaille winnen.

Maar voordat het zover is en de Nederlanders daar is actie mogen komen, zijn er wereldbekerwedstrijden waarop ze willen winnen, olympische tickets die voor Nederland veiliggesteld moeten worden, en het moment waarop ze zich individueel moeten plaatsen voor de Spelen: het olympisch kwalificatietoernooi (OKT).

Grote aanloop

Het gevolg: iedere schaatsploeg en iedere schaatsster kiest haar eigen route naar dat piekmoment in de kerstvakantie. Vorm en resultaten van de afgelopen weken ten spijt, alles is ondergeschikt aan het OKT. „Het seizoen is eigenlijk een grote aanloop naar dat toernooi”, zegt Marijke Groenewoud, die de afgelopen week ook op Tenerife aan het trainen was en pas woensdag terugkeerde.

De schaatsster van Team Albert Heijn Zaanlander begon haar seizoen met een goed NK, maar de wereldbekerwedstrijden erna waren dramatisch, met slechte resultaten op de supersnelle banen in Salt Lake City en Calgary. Dit weekend volgde eerherstel met winst op de massastart in Heerenveen, de discipline waarop Groenewoud regerend wereldkampioen is.

„Het was weer als vanouds”, concludeerde Groenewoud na afloop tevreden. „Ik win niet alleen mooi met een eindsprintje, maar ik heb ook tijdens de wedstrijd veel werk verricht. Ik wist wel dat ik in orde was, maar het kwam er nog niet uit. Nu wel, dat is hartstikke lekker.”

Wat nou precies de reden was voor haar slechte prestaties in Noord-Amerika, weet Groenewoud nog steeds niet. „De een zegt dat we te laat zijn aangereisd, de ander zegt dat we hebben doorgetraind. Maar wij gebruiken de wereldbekers als opbouw naar het OKT, je hoeft ze niet te winnen.”

Ze is niet de enige die bij zichzelf een stijgende lijn waarneemt. Ook Jutta Leerdam vindt zichzelf in het seizoen groeien. „Het duurt bij mij altijd eventjes voordat ik weer gewend ben aan het ijs. Maar dat weet ik van mezelf, daar schrik ik niet van. Ik begin ze nu steeds beter te raken.” Leerdam won vrijdag de 1.000 meter en werd zondag tweede werd op de 500 meter.

Femke Kok (rechts) tegen Jutta Leerdam tijdens hun 500 meter. Kok won, Leerdam werd tweede.

ANP

Trainingsprikkel

Kok beaamde dit weekend, ook al was het voor een vol Thialf met duizenden schaatsfans, meer als een training dan een belangrijke wedstrijd te hebben gezien. „Dat is wel een beetje gek. Tegelijkertijd houdt het je scherp omdat je elke keer tegen de besten van de wereld aan het rijden bent.”

Komend weekend staat de laatste wereldbekerwedstrijd vóór het OKT op het programma, in het Noorse Hamar. Maar wie er daar namens Nederland aan de start zal verschijnen, is nog volstrekt onduidelijk.

Joy Beune liet dit weekend weten de trip naar Noorwegen over te slaan. Zij heeft met haar goede prestaties op de 1.500, 3.000 en 5.000 meter al een olympisch startbewijs voor Nederland veiliggesteld. Op andere afstanden, met name op de 5.000 en 10.000 meter bij de mannen, moeten de Nederlanders nog aan de bak om de maximale score van negen tickets per geslacht te realiseren.

Met haar ongeslagen reeks op de 500 meter heeft Kok een ticket inmiddels ook wel binnengehaald, maar toch gaat ze volgende week in Hamar wel van start. „Het hoeft niet, maar ik doe het wel omdat het een goede trainingsprikkel is. In een wedstrijd voel je je toch beter dan in een training.”

Voor Groenewoud is het nog niet duidelijk wat ze komend weekend gaat doen. „Ik heb geen flauw idee. Dat moet je aan de coaches vragen.” Het is een veelgehoord geluid dit weekend in de mixed zone in de tunnel onder het ijs van Thialf. „Ik denk dat iedere Nederlandse schaatser nu eerst gaat overleggen met zijn coach”, zegt Leerdam, nadat ook zij heeft aangegeven nog niet te weten of ze naar Hamar gaat.

Met haar kersvers verkregen vertrouwen kijkt Groenewoud wel alvast uit naar het OKT, toch het toernooi waarop de Nederlandse schaatsers nog niks te winnen maar wel alles te verliezen hebben. Van 26 tot en met 30 december wordt er in Thialf bepaald wie er in oranje schaatspak naar de Spelen mag. Groenewoud: „Het is superspannend natuurlijk, want het moet dan gebeuren. Maar tegelijkertijd werk je hier het hele seizoen naartoe, je wil daar pieken, ik heb er wel zin in om daar op mijn allerbest te zijn.”