Leuk, al die AI-plannen, maar wie bouwt de infrastructuur?

20 uren geleden 5

Stijn Grove vindt het maar vreemd. Iedereen praat maar over meer, meer, meer digitale infrastructuur, zíjn sector, maar wie praat er eigenlijk met hem? De directeur van branche-organisatie DDA (Dutch Data Center Association) wordt in alle AI-plannen die de laatste weken over elkaar heen buitelen niet altijd betrokken. En als het wel gebeurt, is dat vaak op zijn initiatief.

„Er is duidelijk momentum en urgentie, maar één laag krijgt nog opvallend weinig aandacht: de fysieke AI-infrastructuur”, mailde hij deze week naar NRC. Of we even konden bellen. Want volgens Grove dreigen we te vergeten dat het de datacenters zijn die alle ambities rond onderzoek, soevereiniteit en toepassingen van kunstmatige intelligentie überhaupt mogelijk maken. Hier staan de servers die ons internetgebruik, sociale media, dataverwerking en streamingdiensten faciliteren.

Eerst even de cijfers. Nederland heeft momenteel zo’n tweehonderd middelgrote datacenters, drie hyperscalers (de grote cloudfabrieken van Google en Microsoft in de Wieringermeer en één van Google in Eemshaven) en zo’n 6.500 kleine datacenters van bijvoorbeeld individuele bedrijven of ziekenhuizen. Al deze infrastructuur is gezamenlijk verantwoordelijk voor zo’n 4 à 5 procent van het Nederlandse stroomverbruik. Op dit moment is bijna alle ruimte in de datacenters gebruikt en de vaag is hoe snel capaciteit kan worden bijgebouwd.

Vorige week werden drie plannen gepresenteerd voor hoe Nederland kan meedoen aan de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Daarbij moet het nieuwe kabinet volgens de tech-sector miljarden uittrekken voor nieuwe onderzoeksinstituten, onderwijs en investeringen in sectoren waar Nederland in uitblinkt, zoals energiezuinige chips. Ook moet wetgeving worden versoepeld, vinden de start-ups, om bijvoorbeeld Nederlandse experimenten met zelfrijdende auto’s mogelijk te maken.

Iets waar niet door iedereen even enthousiast op werd gereageerd: waren de plannen niet vooral een verlanglijstje van de tech-elite? Moesten we niet eerst eens goed nadenken wat we als samenleving eigenlijk wel en niet willen met AI, voordat we gaan bouwen?

Delen van de AI-plannen waren terug te zien in het ‘tussenakkoord’ dat D66 en CDA deze week presenteerden (check het kopje ‘Economie, Energie en Klimaat’). De partijen pleitten onder meer voor tech-campussen voor start-ups, fors meer geld naar innovatie en belastingvoordelen voor AI-bedrijven. Het woord ‘datacenter’ kwam niet in de plannen voor.

Welke kant het ook opgaat, Stijn Grove bekijkt het zo: wat voor zin heeft het om nieuwe treinen te bouwen en top-conducteurs over de hele wereld aan te trekken als de rails nog niet eens goed liggen?

Overheid: neem de regie

Wat Grove vooral verbaasde: de AI-voorstellen zijn vooral geschreven door tech-ondernemers die – in zijn ogen – nog te weinig verstand hebben van digitale infrastructuur. „De kennis hiervan is vrij beperkt”, zegt hij als we hem woensdagochtend bellen. „Als je aan een start-up vraagt wat ze van digitale infrastructuur vinden, zeggen ze: vraag maar aan een IT’er. Maar dit zijn wel de mensen die nu aan tafel zitten. En waar de overheid erg naar luistert.”

Waar zou hij voor pleiten als hij met de minister een kop koffie kon drinken? Het allerbelangrijkste, zegt Grove, is dat de overheid regelt dat er nieuwe datacenters gebouwd kunnen worden. Momenteel zit Nederland „op slot”, zegt hij. De gemeente Amsterdam is voor het distribueren van data de beste locatie voor nieuwe datacenters in Europa, maar verleent geen vergunningen meer. De tekorten op het elektriciteitsnet zijn te groot.

Waar er nog wél mag worden gebouwd, krijgt Grove te maken met ellenlange vergunningstrajecten die jaren duren. „Vier jaar geleden kostte een vergunning nog tien weken en moest je een document invullen van honderd pagina’s met vragen”, rekent Grove voor. „Tegenwoordig duurt het tot wel 4 jaar en krijg je een pakket van 2.500 pagina’s. En als je de vergunning hebt, loop je het risico dat je niet eens stroom hebt. Daarmee staat gewoon alles stil.”

Hij mist regie van een overheid die beslissingen neemt, zegt hij. „Je ziet dat Frankrijk en Engeland ruimte vrijmaken op het stroomnet voor datacenters en gebieden aanwijzen waar mag worden gebouwd”, zegt Grove. „Waarom wij niet? We hebben ongelofelijk goede digitale infrastructuur, maar moeten nu wel doorzetten.”

Wat niet helpt: datacenters hebben een „imagoprobleem”, erkent Grove. Er is weinig liefde voor wat als grote, stroom- en waterslurpende grijze blokken langs de snelweg wordt gezien. „We zitten allemaal op internet, betalen online en kijken Netflix, maar ondertussen wordt er op Facebook wel opgeroepen om te demonstreren tegen datacenters”, zegt hij. „Men beseft nog niet hoe nodig het allemaal is wat wij hier proberen te doen.”

Waarom je NRC kan vertrouwen
Lees het hele artikel