Bijna stilletjes voorbijgeslopen: de internationale dag van de ninja

16 uren geleden 2

Op 5 december is het Sinterklaas, dat weten we inmiddels allemaal wel. Echter is het vandaag ook iets anders: de internationale dag van de ninja.

Meteen eerlijk toegegeven: de internationale dag van de ninja is een ludieke dag die is opgericht door een niet al te bekende website. Ondanks dat is het ook een mooi moment om nou eens kritisch te kijken naar wat ze echt deden. Om maar direct met de deur in huis te vallen: er is héél weinig waar van de manier waarop ze meestal worden afgebeeld in films en games.

Saboterende spionnen

Ninja’s waren vroeger geen superkrijgers die met enkele werpsterren hele legers tegen wisten te houden. Vroeger werden ze vaak ‘shinobi no mono’ of afgekort ‘shinobi’ genoemd, wat vrijvertaald ‘iemand van sluwheid en doorzettingsvermogen’ betekend. Ninja’s deden hoofdzakelijk dienst als spionnen. Echter bleef het daar niet bij: soms was het ook hun taak om onrust te zaaien en sabotage te plegen. En inderdaad: héél af en toe kwam het voor dat ze een huurmoord moesten plegen.

De ninja’s waren het meest actief in de 15e tot en met de 17e eeuw. Dat was een tijd waarin veel verschillende machtige families om gebied en invloed vochten, waardoor er bijna voortdurend oorlog was. In deze onrustige periode, de Sengoku-periode, was er een grote behoefte aan mensen die in het geheim informatie konden verzamelen, vijanden konden bespioneren en plannen konden verstoren. Ninja’s maakten daarom vooral gebruik van vermommingen en van alledaagse objecten. Voor een vermomming droegen ze vaak dan ook simpelweg burgerkleding, en geen (opvallend) zwart pak inclusief gezichtsbedekkende kleding.

Dubbel doel

Veel van hun gereedschap had een dubbel doel. Denk bijvoorbeeld aan de kunai: een soort van ruitvormige dolk met een ring aan het handvat (waar een touw aan geknoopt kon worden). De meeste Japanners gebruikten een kunai destijds als een stuk gereedschap, bijvoorbeeld voor het onderhouden van de tuin.

Ninja’s gebruikten de kunai echter ook voor andere doeleinden: het object kon tussen stenen gestoken worden om zo als een klimtool te dienen, maar kon in het uiterste geval ook ingezet worden als een wapen. Belangrijk was dat veel spullen er ‘gewoon’ uitzagen, alsof ze bij een boer of een handelaar hoorden. Zo konden ninja’s opgaan in de menigte.

Vanwege de aard van hun beroep bestond er geen vaste opleiding waar iedereen zich zomaar voor aan kon melden. In plaats daarvan werd kennis vooral overgedragen binnen families. Die families kwamen uit verschillende lagen van de samenleving: soms ging het om lagere samurai en soms vooral om armere boeren en jagers.

Het is belangrijk om erop te wijzen dat, alhoewel het werk van ninja’s erg nodig was tijdens de Sengoku-periode, hun werk niet als eervol werd gezien. Veel rijkere samurai-families hielden zich aan een erecode waardoor ze neerkeken op spionage en aanvallen vanuit het donker.

Het beeld van de ninja als een soort van onzichtbare superheld gekleed in een zwart pak is daarmee dan ook vooral een modern verzinsel. Films en games doen helaas vaak geen recht aan het alledaagse spionagewerk waar ninja’s vooral mee bezig waren. Dat is best jammer: ook het leven van een ‘normale’ ninja was al spannend zat. De internationale dag van de ninja is dus, hoe ludiek ook, een mooie aanleiding om dat geromantiseerde beeld een stukje te nuanceren.

We schreven vaker over dit onderwerp, lees bijvoorbeeld ook Spionagesatellieten uit de Koude Oorlog onthullen honderden vergeten Romeinse forten in het Midden-Oosten en ‘Spionagedieren’: hoe dolfijnen, duiven, katten en zelfs robotmeervallen staatsgeheimen ontfutselen . Of lees dit artikel: Hoeveel wegen leidden er écht naar Rome? Het waren er meer dan gedacht .

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Ook elke dag vers het laatste wetenschapsnieuws in je inbox? Of elke week?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief!

Uitgelezen? Luister ook eens naar de Scientias Podcast:

Lees het hele artikel