Tussen ouders en kind

1 dag geleden 3

Een item uit een recente uitzending van Opsporing Verzocht: de verkrachting in 2009 van een 15-jarig meisje uit Bilthoven. Ze fietste op klaarlichte dag naar huis door een bos toen ze door een man van haar fiets werd gesleurd en verkracht, nadat hij een plastic vuilniszak over haar hoofd had getrokken. De politie ziet dankzij zijn vingerafdrukken en een DNA-profiel mogelijkheden om hem alsnog op te sporen.

Mijn dochter wees me op deze zaak omdat we, samen met mijn andere dochter, de laatste tijd veel hadden gepraat over de rol van ouders in het algemeen op dit gebied. Waarschuwen ze hun kinderen voldoende? Of moeten ze meer verbieden, bij voorbeeld het alleen naar huis fietsen – zeker in het donker, maar ook overdag?

Hoe had ik dat destijds met mijn vrouw aangepakt? Ik herinnerde me het niet precies en kon het niet meer bij haar navragen. Uiteindelijk ontstond er in samenspraak met mijn dochters een min of meer duidelijk beeld van dat deel van de opvoeding, een jaar of 35 geleden. Was het resultaat iets om achteraf trots op te zijn?

Er bleek meer reden voor verbazing dan voor trots.

Een dochter vertelde hoe zij vaak ’s nachts om twee, drie uur per fiets huiswaarts keerde na haar werk in een café. Een tochtje van een kwartier dwarsdoor een middelgrote provinciestad naar ons huis in een buitenwijk. Als ouders hadden wij daar geen bezwaar tegen gehad. Ik moest even diep ademhalen toen ze mij hieraan herinnerde, want „met de kennis van nu” zou ik zo’n ritje zonder enige aarzeling hebben afgekeurd. Zelf voelde mijn dochter zich niet op haar gemak tijdens die ritten, maar ze zag geen andere oplossing.

Dat ze door een redelijk goed verlichte binnenstad moest rijden, zal onze goedkeuring hebben bevorderd. Nu zou ik aanraden: „Pak toch maar een taxi.”

In andere gevallen – feestjes, bioscoop et cetera – drongen wij er altijd op aan dat mijn dochter met een vriendin terugfietste. Lukte dat niet, dan kwamen wij haar afhalen.

Interessant is het geval van B., een vriendin van een van mijn dochters. Zij woonde een kilometer of acht buiten onze stad. Haar tocht voerde via een lange, slecht verlichte weg. Toch fietste B. vaak moederziel alleen in het donker naar haar huis. „Ze vertelde haar ouders dat ze altijd samen met vriendinnen reed”, zei mijn dochter. „Wist jij dat ze haar ouders misleidde?”, vroeg ik. Ze knikte. „En volgens mij heb ik jou dat ook wel verteld”, voegde ze toe. „Dat herinner ik mij niet”, zei ik aarzelend, maar tegelijk hoorde ik mijn geweten knagen, want laat dat maar aan gewetens over.

'Als ze was vermoord, was het jouw schuld geweest”, aldus mijn geweten. Hoe had ik zo stom kunnen zijn? Had ik het misschien vervelend gevonden om haar bij haar ouders te verraden? Toevallig kwam ik B. laatst op een feestje tegen. „Ik wist dat het risicovol was”, zei ze met een stout lachje.

Kinderen die hun ouders op dit gebied misleiden – ook dat is een realiteit om rekening mee te houden. Een van mijn dochters vertelde: „Jij wilde niet dat ik via de stille hei naar school fietste, maar omdat het de kortste weg was, deed ik dat soms tóch – met kloppend hart.”

Zou het nu veel anders toegaan tussen ouders en kind? Ik waag het te betwijfelen.

Waarom je NRC kan vertrouwen
Lees het hele artikel