Minder vlees is ook gezonder voor toekomstige generaties

1 dag geleden 4

Veel minder vlees. Als het aan de Gezondheidsraad ligt eten Nederlanders voortaan niet meer dan 200 gram rood vlees per week, zo min mogelijk bewerkt. Voor wit vlees geldt geen norm, maar af en toe kip is beter dan rood vlees.

De nieuwe ‘Richtlijnen goede voeding’ voor eiwitbronnen gaan een stuk verder dan de vorige uit 2015, die door het Voedingscentrum vertaald werden in: maximaal 500 gram vlees per week, waarvan 300 gram rund, varken of geit. En het ligt ver van de 475 gram die Nederlanders nu gemiddeld verorberen aan karbonaadjes, lamsshoarma of biefstuk. Met wit vlees erbij is dat 644 gram. 

De afgelopen tien jaar is er nog meer bewijs gekomen dat minder vlees en meer plantaardig het risico op chronische ziekten verlaagt, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker. Maar meer dan ooit heeft de Gezondheidsraad ook gekeken naar schadelijke stoffen in ons voedsel en naar het milieu: het voedselsysteem is wereldwijd verantwoordelijk voor 30 procent van de uitstoot van broeikasgassen en 60 procent van het verlies aan biodiversiteit.

Doorgaan op de bestaande weg betekent dat het moeilijker wordt om toekomstige generaties van genoeg gezond voedsel te voorzien. In een gezond en duurzaam eetpatroon is nog ruimte voor zuivel en vlees van dieren die reststromen of gras eten, maar wel veel minder.

De Gezondheidsraad is niet zo radicaal als de internationale EAT Lancet-commissie, een grote groep wetenschappers die een maximum van 105 gram rood vlees per week adviseert – één gehaktbal. Maar 200 gram rood vlees is fors minder dan wat in België en de Scandinavische landen wordt aanbevolen, respectievelijk maximaal 300 en 350 gram rood vlees.

Weerstand

Zo’n drastische verschuiving, zal dat geen weerstand oproepen? „Je hoort vaak: mijn vlees wordt afgepakt. Maar het hoeft niet in één keer”, zegt Marianne Geleijnse, voorzitter van de Gezondheidsraad. „Met elke stap draag je bij aan vermindering van de ziektelast en een beter milieu.” Kip en ei zijn al beter dan rood en bewerkt vlees. Maar peulvruchten en noten zijn een betere keuze dan alle soorten vlees.

Lees ook

Elke dag peulvruchtendag

Elke dag peulvruchtendag

250 gram peulvruchten per week is ook ambitieus. Gemiddeld eten Nederlanders eens per twee weken bruine bonen, linzen of kikkererwten – ook hummus telt mee. De helft van de bevolking eet helemaal geen peulvruchten. „Terwijl peulvruchten niet duur zijn”, zegt Geleijnse, „en uit blik of pot best makkelijk klaar te maken.” Supermarkten kunnen veel doen, zegt Geleijnse. „Met gezonde combinaties in maaltijdpakketten bijvoorbeeld kun je mensen echt helpen.”

De proteïnehype in de supermarkt – toegevoegd eiwit in allerlei producten –  doet misschien anders vermoeden, maar de meeste Nederlanders, ook vegetariërs, lopen met een gevarieerd plantaardiger eetpatroon geen tekorten op, afgezien van bijvoorbeeld kwetsbare ouderen met spierverlies. Meer planten betekent ook meer vezels, en daarvan krijgen veel mensen wél te weinig binnen.

Vooral uit de hoek van sporters klinkt geregeld dat de Nederlandse aanbeveling voor eiwit van 0,83 gram per kilo lichaamsgewicht aan de lage kant is. Maar gemiddeld zit de huidige consumptie daar ver boven. Er kan makkelijk wat af, volgens de Gezondheidsraad. „Ook bij mensen die meerdere keren per week recreatief sporten.”

Overconsumptie is sowieso een probleem, ook met een plantaardiger eetpatroon. Nederlanders kopen, eten en verspillen meer voedsel dan goed is voor de gezondheid en de planeet.

Schadelijke stoffen

In de nieuwe richtlijnen heeft de Gezondheidsraad ook meer oog voor gifstoffen en PFAS, die kanker en andere aandoeningen kunnen veroorzaken. Normen voor specifieke producten worden weliswaar zelden overschreden, maar alles bij elkaar opgeteld krijgen Nederlanders zoveel schadelijke stoffen binnen dat het verstandig is om bijvoorbeeld niet te veel vis en zuivel te eten. Eerder werd al gewaarschuwd voor PFAS in eieren van hobbykippen.

Hier is te zien hoe de wetenschappers in de Gezondheidsraad voor- en nadelen afwegen. Melk verlaagt het risico op darmkanker, maar een derde van de gifstoffen in voedsel komt binnen via zuivel. En hoewel drie keer vis per week goed is voor het hart, weegt dat niet op tegen overbevissing, vervuiling en de inname van schadelijke stoffen. Vis is de voedselgroep waaruit Nederlanders de meeste PFAS binnenkrijgen. Dus is het advies: 100 gram duurzame vette vis per week. Daarmee heb je de meeste gezondheidswinst al te pakken.

Overigens kunnen noten en peulvruchten ook (natuurlijke) gifstoffen bevatten. Denk aan aflatoxine, een schimmelgifstof in bijvoorbeeld noten en peulvruchten. Maar door te variëren verklein je de risico’s en lukt het ook beter om alle essentiële aminozuren voldoende binnen te krijgen.

Ultrabewerkt voedsel

Opvallend is ook wat er niet in de aanbevelingen staat. Het woord ultrabewerkt voedsel staat nergens, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in de Belgische aanbevelingen. „Een heel belangrijk onderwerp”, zegt Geleijnse, „maar de wetenschap is nog sterk in beweging en de verschillende scholen lopen nog te veel uit elkaar om daar conclusies uit te trekken. Bovendien vraagt dit om een bredere blik, waarbij we ook naar de omgeving kijken.”  

Wel zegt de Gezondheidsraad duidelijk dat bewerkt voedsel vaak te veel zout, verzadigd vet en suiker bevat. „Met name over bewerkt vlees zeggen we: zo min mogelijk.” Vleesvervangers zijn soms weliswaar sterk bewerkte producten, maar er zijn ook gezondere versies. En wie peulvruchten eet in plaats van vegaburgers kiest automatisch al voor minder bewerkt voedsel.

De Gezondheidsraad wil voor toekomstige aanbevelingen wel nagaan of de mate van industriële bewerking effect heeft op de gezondheid, en ook of portiegrootte en de momenten waarop mensen eten een rol spelen.

Lees ook

Plantaardig eten vermindert de pijn en de stijfheid bij reuma en artrose

Wendy Walrabenstein onderzocht wat een plantaardig dieet doet voor mensen met reuma en artrose.

De richtlijnen die vandaag uitkomen zijn een deeladvies. Ze gaan alleen over eiwitbronnen en voedingspatronen. Andere onderwerpen zoals groente en fruit komen later aan bod, maar die adviezen zullen veel minder drastisch veranderen. De richtlijnen zijn bedoeld om richting te geven aan overheidsbeleid. Het voedingscentrum vertaalt ze in concrete adviezen, porties, recepten en weekmenu’s.

De Gezondheidsraad komt ongeveer elke tien jaar met nieuw voedingsrichtlijnen. Hoewel de aanbevelingen in grote lijnen nauwelijks veranderen – eet gevarieerd, veel groente, fruit, volkoren granen, enzovoorts – zijn er wel verschuivingen te zien. Het woord ‘transvet’ vind je niet meer terug: die slechte harde vetten zijn nagenoeg verdwenen uit onze voeding. Lag de nadruk eind vorige eeuw nog sterk op afzonderlijke voedingsstoffen, nu draait het meer om producten en hun rol in het eetpatroon.

En uiteindelijk is het simpel: „Varieer en kies vaker voor plantaardig”, vat Geleijnse samen. „We hebben keuze genoeg, er is zoveel meer dan vlees.”

Waarom je NRC kan vertrouwen
Lees het hele artikel