Mensenrechtenjurist Mpanzu Bamenga: ‘Laat de ander niet bepalen wie jij bent’

15 uren geleden 1

Mpanzu Bamenga vluchtte uit Congo voor een dreigende burgeroorlog en leefde ruim zeventien jaar in Europa zonder paspoort. Hij werd in 2021 ‘Mensenrechtenmens van het Jaar’. Tegenwoordig is hij Kamerlid voor D66. Over zijn leven schreef hij het boek Dromen van mijn zus.

In de podcast Het Uur spreekt Bamenga met presentator Pieter van der Wielen over zijn rechtszaak tegen de staat. Hij streed met succes voor een verbod op etnisch profileren, nadat hij zelf door zijn huidskleur uit de rij werd gepikt op het vliegveld.


Kijk hier het hele interview

https://www.youtube.com/watch?v=QZ1MPMC5MjE

Luister hier het hele interview


Is er iets waar je waar je hoop uit put als het moeilijk is? Want ik heb je boek gelezen en bij vlagen was het echt zeer onwaarschijnlijk dat het goed zou eindigen.

„Ik heb al vanaf mijn elfde heb ik een missie en die is zo helder voor mij … Daar put ik gewoon ontzettend veel hoop uit.”

Elf is jong om een missie te hebben. Wat is die missie?

„Als kind geloofde ik dat de aarde een paradijs zou kunnen zijn voor iedereen. Dat was het op dat moment niet voor ons, omdat onze verblijfsvergunning werd afgewezen. Wij moesten terug naar het land van herkomst; onze bewegingsvrijheid werd beperkt, we mochten niet werken. Dus veel rechten die mensen heel vanzelfsprekend vinden, waren ineens niet meer vanzelfsprekend voor ons. Ik besefte dat de wereld helemaal niet voor iedereen een paradijs was. En daar wilde ik iets aan doen. En daar ben ik helemaal volledig voor gegaan.”

Dit gaat over waardigheid. Net als toen je uit de rij werd gepikt op Eindhoven Airport door de marechaussee. Iedereen mocht doorlopen, maar jij werd vanwege je huidskleur apart genomen voor controle. Wat voor gevoel riep dat bij je op?

„Ik maak het vaker mee en iedere keer als ik het meemaak, dan communiceert mijn lichaam eerder dan ik zelf rationeel kan beseffen dat ik weer word blootgesteld aan een vernederende ervaring. Een ervaring waarbij ik niet als een mens word behandeld, maar word gereduceerd tot een huidskleur. Een traumatische ervaring. En dat moeten we niet willen.

Live

Sorry, het lukt niet om de video af te spelen.
of probeer het later nog eens.

Bamenga: "Ik word vaker uit de rijen gepikt"

NRC

„Bovendien is het ook verboden op basis van de wet. Je kunt dan boos worden, maar de beste reactie is natuurlijk rustig blijven: het gesprek aangaan, meewerken, maar wel kritisch blijven waarom je staande gehouden bent. En dat heb ik ook gedaan. Ik vroeg: ‘Waarom kiest u mij eruit, meneer?'”

Wat krijg je dan voor antwoord?

„Ze waren op zoek naar criminelen en naar mensen die onrechtmatig in Nederland verblijven, dus niet-Nederlanders. Later kwam ik erachter dat ze op zoek waren naar een Nigeriaanse geldsmokkelaar. En wat is een Nigeriaanse geldsmokkelaar? Nou, dat is iemand die goed gekleed is, snel loopt en een niet-Nederlands uiterlijk heeft. Uiteindelijk is het doorslaggevende mijn huidskleur en daarom word ik dus staande gehouden.”

Je hebt het toen geplaatst op op LinkedIn, dat ging helemaal viral. Dan krijg je op een zeker ogenblik reactie van de marechaussee. Wat mij verbaasde is dat zij jou intimideren, zo van: je hebt heel veel mensen bij ons heel boos gemaakt, dat zou wel eens hele vervelende consequenties kunnen hebben.

„Dat was verbazingwekkend. Het was heel erg vreemd en teleurstellend. En ik zag het zeker niet aankomen. Want je verwacht eigenlijk excuses. Je verwacht een reflectie van: dit hadden we anders moeten aanpakken en we gaan ons beleid veranderen. Want je verwacht dat de marechaussee ook niet wil discrimineren en dat zij dit recht willen zetten. Alleen dat gebeurde niet. Het tegenovergestelde gebeurde.

„Ik werd inderdaad geïntimideerd en dat was echt heel erg pijnlijk. Pijnlijk, omdat ik ontzettend geloof in een democratische rechtsstaat. En in een democratische rechtsstaat heb je instituten nodig die worden gecontroleerd, die niet bang zijn om te worden bevraagd en bereid zijn om te leren van hun fouten.”

Foto Bram Petraeus

Het is tot een rechtszaak gekomen en in eerste instantie zegt de rechter: ‘Soms kan etnisch profileren nuttig zijn voor de opsporing.’

„Ik weet nog dat iedereen in tranen was toen die uitspraak kwam. De rechter zei eigenlijk: ‘Je mag mensen beoordelen op basis van hun huidskleur.’ Dus we moesten onszelf weer herpakken. Voor mij was het echt belangrijk om te beseffen dat dit geen setback was, maar dat dit iedereen bewuster van de strijd die we aan het voeren waren, namelijk institutioneel racisme. Het speelt zich overal af: bij sportverenigingen, op school, de arbeidsmarkt, woningmarkt, bij de overheid, politie, maar dus ook bij de rechterlijke instantie. En ik zei ook tegen mezelf: ‘Dit is geen sprint, maar een marathon.’ Soms is het nodig om in hoger beroep te gaan, zodat er een maatschappelijke discussie ontstaat waardoor die verandering teweeg kan worden gebracht.”

Het hof zag uiteindelijk het grotere plaatje en kwam tot een veel eleganter en simpeler oordeel: dit is strijdig met artikel 1 van de Grondwet, want je pikt iemand eruit op basis van huidskleur. Zo simpel is het. Hoe voelde die overwinning?

„Het was historisch. Het was echt geweldig dat de rechter dit uitgesproken heeft. Heel bijzonder dat dit gebeurde in Nederland. Hoopvol.”

Jouw naam Mpanzu betekent toch strijder?

„Inderdaad, strijder van het volk.”

Is dat de gewoonte in Congo, dat een naam een betekenis heeft?

„Ja, het is bijna een soort wens die je meegeeft aan je kind op het moment dat het geboren wordt. Maar het is ook het voortleven van je voorouders in het kind. Want ik heb de naam gekregen van mijn opa, hij was beschermheer van de kerk. En door de naam te geven van mijn opa, wordt verondersteld dat mijn opa voortleeft in mij.”

Was het dan ook een hele chique familie waar je uit stamt?

„Jazeker. Voordat de Belgen er waren, hadden wij een koninkrijk in Congo. En daar maakten wij onderdeel van uit, volgens mijn moeder. Ze zei altijd: ‘wees altijd waardig en gedraag je altijd als een koning, of je nou een status hebt of niet. Ongeacht hoe rijk of arm je bent.’ Dus dat heb ik heel erg meegekregen.”

Weer die waardigheid.

„En mijn vader werkte als hoofd van de financiële administratie bij Primus. Nou, dat was Heineken. Die had dus een hele goede baan, waardoor wij het in die tijd heel goed hadden in Congo.”

Was het een gelukkig huwelijk van je ouders?

„Ingewikkeld. Ik denk dat het zeer gelukkig was in het begin. Ze waren heel erg jong toen ze bij elkaar kwamen. Mijn moeder was volgens mij vijftien, zestien. Maar ze kregen later toch te maken met alle verleidingen en uitdagingen die het leven kan brengen.”

Zoals?

„Zoals de andere vrouwen die mijn vader later had. Er was dan sprake van een première bureau, namelijk mijn moeder, een deuxième bureau en een troisième bureau. Soms denk je: dat is dan onderdeel van een cultuur. Maar het maakt eigenlijk niet uit of dat nou onze cultuur is of niet, dit is niet iets wat de drie vrouwen zo geweldig vonden.”

Als er nog een gezin bijkwam bijvoorbeeld.

„Inderdaad, en dat was meestal bij mannen die het zich konden veroorloven. Dat was een beetje de sociale culturele code: op het moment dat er meer vrouwen dan mannen zijn door oorlog of andere redenen, dan is het goed om als man meer vrouwen te kunnen aannemen. Maar je moet je het wel kunnen veroorloven en voor de verschillende gezinnen kunnen zorgen.”

Je vader heeft op een zeker ogenblik een hersenbloeding gekregen. Dat verandert alles in één keer zeker?

„Ik bedoel, hij is de rots van de familie. Hij is degene die voor het inkomen zorgt voor alle gezinnen. En dat heeft zeker de beslissingen van mijn moeder beïnvloed: hoe en waar gaan we dan voortleven?”

Je moeder heeft gekozen om om te vluchten. Dan komen jullie eerst in Parijs. Je komt uit een voorname familie en raakt dan ineens zonder status in de samenleving, zonder dat duidelijk is of je mag blijven. Dat lijkt me hartverscheurend voor je moeder. Wat weet jij daar nog van?

„Het is gek: je bent kind op dat moment en je hebt alle vertrouwen dat je moeder wel weet wat er moet gebeuren. En mijn moeder zorgde er ook altijd voor dat wij niet op straat terechtkwamen. Maar er waren inderdaad wel momenten dat we eruit gegooid werden. Letterlijk door een familielid waarbij wij verbleven, dat we in de sneeuw op zoek moesten gaan naar een andere verblijfsplek. Zonder geld, zonder enig perspectief.”

Dus echt dakloos?

„Echt dakloos, en ik herinner mij dat ik op straat werd aangereden door een auto. En dat die bestuurder, toen hij eenmaal wist dat wij geen papieren hadden, helemaal geen behoefte meer had om zichzelf te verantwoorden voor het feit dat ik werd aangereden. Hij dreigde zelfs dat hij ons zou aangeven bij de vreemdelingenpolitie, als wij hem niet zouden betalen … Dat we uitgezet zouden worden.”

Dus jullie hadden in zijn ogen, zodra hij dat wist, geen enkele waardigheid. Je was gewoon iets dat je mag aanrijden.

„Ja, precies. Dat was natuurlijk heel pijnlijk. Maar ook in die situatie was mijn moeder daar, die als een leeuw ging vechten voor ons en ervoor zorgde dat ik, ondanks dat ik geen papieren had, de zorg kreeg die ik nodig had.”

Je hebt al met al 17,5 jaar zonder geldig paspoort in Europa geleefd. Wat doet dat met je?

„Je leeft in onzekerheid, ontzettende stress. In mijn geval was het gewoon belangrijk dat ik een missie had en dat ik vooral de focus kon leggen op: waar heb ik wél invloed op? Dat was mijn opleiding, het onderwijs. Dat was mezelf de juiste vaardigheden en kennis laten opdoen, zodat ik op een later moment die strijd kan voeren.”

Je noemt het onderwijs als jouw vehikel om verder te komen. Maar jouw succes werd niet altijd gezien en geaccepteerd. Iemand zegt: ‘Ga toch maar naar het vmbo, want daar kan je lekker met je handjes werken. Daar zijn Afrikanen goed in.’ Iemand anders zegt: ‘Ik zie wel wat je aan het doen bent. Ik let op jou.’ Die zag jou als een bedreiging.

„Ja, het nadeel van de twijfel. Dat kreeg ik wel vaker.”

Hoe ging je daarmee om? Want het was juist jouw manier om je te onderscheiden, om je waardigheid terug te winnen. En dat wordt dan eigenlijk voor je neus doormidden gescheurd.

„Door te blijven strijden en door vooral dicht bij jezelf te blijven. Laat de ander niet bepalen wie jij bent. Wie je bent, bepaal je zelf, door de keuzes die je dagelijks maakt.”

Jullie hebben op een zeker ogenblik dat felbegeerde paspoort gekregen. En jij haalde je diploma. Dat moest gevierd worden. Jouw zus woonde in de Verenigde Staten gegaan en besloot jou op te zoeken. Maar zover is het nooit gekomen …

„Zij heeft mij altijd gesteund. Vanaf het begin heeft ze mij aangemoedigd om mensenrechten te leren, mensenrechten toe te passen. Ze was een grote inspiratie voor mij en op het moment dat ik dus mijn diplomafeest organiseerde, wilde zij erbij zijn. Dus zij was onderweg, wilde mij verrassen. Maar ze werd bij de grens staande gehouden. En toen ze in detentie was geplaatst, werden haar medicijnen haar ontnomen. Toen heeft ze geklaagd dat ze niet meer goed kon ademen en dat ze heel snel haar medicijnen nodig had. Uiteindelijk heeft ze die medicijnen niet gekregen en is ze komen te overlijden in een cel.”

Live

Sorry, het lukt niet om de video af te spelen.
of probeer het later nog eens.

Bamenga vertelt hoe zijn zus om het leven is gekomen.

nrc

In een cel waar ze dus eigenlijk niet hoorde te zitten. En haar is dus medische zorg ontzegd. Een mensenrecht.

„Inderdaad, en dat was ontzettend pijnlijk en onrechtvaardig. Het enige wat ik toen nog had, was haar laatste bericht dat ze vlak voordat ze staande werd gehouden naar me stuurde. En dat laatste bericht kreeg in één keer een heel andere lading voor mij. ‘Ik ga het niet halen, maar ik wil dat je weet dat ik in je dromen geloof en dat je die dromen moet najagen. En als je dat doet, dan geloof ik dat je het zult verwezenlijken. Het enige jammere is dat ik het niet zal meemaken.’

„Dat was voor mij bijna profetisch. De enige manier dat ik mijn zus kan eren, is door de dromen die we samen hadden na te jagen en te verwezenlijken: maak van de wereld een paradijs voor iedereen, een plek waar iedereen in vrijheid kan leven.”

Je hebt uiteindelijk die sheriff ontmoet. Ik vond het zo interessant dat je ervoor koos om hem te vergeven. Je had natuurlijk zoveel paden kunnen kiezen op dat moment. Wat was dat voor een moment?

„Van tevoren wist ik niet dat ik hem zou vergeven. Ik wilde de mensen spreken die verantwoordelijk waren. En toen kwam er een sheriff naar buiten die verantwoordelijk is voor wat zich daarbinnen afspeelt. Ik vertelde hem wie mijn zus was en hij wist het meteen. Hij wist om wie het ging. En ik heb inderdaad gedacht: wat ga ik nu doen? Ik heb mijn hand uitgereikt naar hem en in eerste instantie verteld wat het met ons gedaan heeft. Dat ieder mens, wat hij of zij ook gedaan heeft, een menswaardige behandeling hoort te krijgen. En dat heeft mijn zus niet gekregen. Maar ik wilde dat hij mij in de ogen zou kijken om te zien dat er mensen zijn die van deze mensen houden. En het enige wat wij willen is dat deze mensen veilig thuis komen.”

En daarmee gaf hij de waardigheid aan je zus terug, in zekere zin.

„Ik wist ook: ik krijg mijn zus niet terug. Ik kan wel voortleven met heel veel haat en wraakgevoelens, maar dat gaat mij niet helpen in de missie die ik wil waarmaken. Wat me wel gaat helpen is zachtheid, verbinding maken met mensen. Dat voelde ik op dat moment niet, maar op het moment dat ik de man had vergeven, kwam het wel. Al die haatgevoelens en wraakgevoelens vielen als een soort deken van mijn schouders af.”

Je bevrijdde jezelf.

„Ja, het was een manier om mezelf te bevrijden. En ik voelde me weer soeverein als het ware, om de missie die ik heb op een goede manier weer uit te dragen.”

Foto Bram Petraeus
Waarom je NRC kan vertrouwen
Lees het hele artikel