Wit kunstlicht kaatst op het asfalt waar het Yas Marina-circuit van een heuvel af duikt, richting een haarspeldbocht naar links. Over de lege tribunes, zo groot als een voetbalstadion, die de bocht aan drie zijden omzomen, schalt de soundcheck van de circuitomroeper. Op de baan werken leden van Formule 1-teams na hun werkdag een hardlooprondje af. Er komt zelfs iemand voorbij op langlaufski’s met wieltjes eronder.
Vier jaar geleden waren de tribunes volgepakt met fans die zagen hoe Max Verstappen precies op deze plek zijn eerste wereldtitel veroverde. Terwijl zijn rechterbeen van de spanning verkrampt was, smeet Verstappen zijn auto aan de binnenkant naast die van Lewis Hamilton. Het was de laatste ronde, Verstappens laatste kans, en Hamilton had geen antwoord op zijn manoeuvre.
Voor het eerst sinds die dag is Yas Marina komende zondag weer het toneel van de ontknoping van het wereldkampioenschap Formule 1. Drie rijders maken nog kans: Lando Norris, Oscar Piastri, en de coureur van die ultieme inhaalactie in 2021, die nu zijn vijfde wereldtitel kan behalen.
Maar ondanks alles wat er op het spel staat, is de atmosfeer in Abu Dhabi dit weekend minder geladen dan in 2021. Destijds hingen in de paddock metersgrote affiches die het aanstaande duel presenteerden alsof het een blockbuster was. Het erepodium was van voorzien van een achtergrond van pakweg vijftig meter breed en twintig meter hoog, waarop Verstappen en Hamilton met ernstige blik stonden afgebeeld. Zulk soort franje is nu nergens te bekennen.
Toen was de race in het emiraat de culminatie van een maandenlange confrontatie tussen twee coureurs van een heftigheid die de sport zelden had meegemaakt. Nu vindt in Abu Dhabi de afloop plaats van een titelstrijd zonder echte rivaliteit.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05124914/051225SPO_2025499151_circuit.jpg)
De eerste bocht op het Yas Marina Circuit in Abu Dhabi.
Foto SANDER KONING/ANPIntense staredown
De trofee voor de wereldkampioen staat op donderdag al te glimmen in een zaal onderin het mediagebouw. Naast de beker, die overigens pas op een gala in december wordt uitgereikt, staat een bank, waarop de drie kanshebbers plaatsnemen voor een persconferentie.
De organisatie heeft er goed over nagedacht, maar als ze hoopte op een intense staredown, valt het resultaat tegen. Terwijl de fotografen en journalisten bijna tegen de muur gedrukt staan in de bomvolle ruimte, zitten Verstappen, Norris en Piastri lachend met elkaar te kletsen. Benen over elkaar, arm over de rugleuning van de bank.
Toen Verstappen in Hamilton in 2021 in hetzelfde zaaltje plaatsnamen, was er minder gekeuvel, al was het maar omdat de twee toen, vanwege corona met mondkapjes op, meters van elkaar op losse stoelen zaten. Maar vooral ook vanwege alle incidenten van dat jaar. Hamilton die Verstappen op Silverstone keihard had doen crashen, Verstappen die Hamilton meermaals met kwestieuze verdedigingstactieken achter zich had geprobeerd te houden: haast elk raceweekend was er controverse.
Vergeleken daarmee was 2025 een beleefd seizoen. McLaren-coureurs Norris en Piastri leken het grootste deel van het jaar samen om de titel te gaan strijden, maar hoewel ze elkaar op het circuit een paar keer flink raakten, kregen ze nooit ruzie. Sterker nog, hun team deed er alles aan om hun strijd zo eerlijk mogelijk te laten verlopen. Het gaf de Brit en de Australiër zelfs opdracht om van positie te wisselen als de één een oneerlijk voordeel over de ander had verkregen, bijvoorbeeld na een mislukte pitstop. Ook nadat Verstappen zich de afgelopen weken onverwacht in de titelrace had gemengd, hield het drietal het netjes.
Verstappen moet twaalf punten goedmaken op WK-leider Norris om kampioen te worden (op Piastri ligt hij vier punten vóór). Dat betekent dat de Red Bull-coureur zelfs wanneer hij wint, afhankelijk is van Norris’ resultaat; in dat geval zou de Brit vierde of lager moeten eindigen. Gezien de gewoonlijke krachtsverhoudingen dit seizoen lijkt die kans niet groot. Norris finishte al zeventien keer op het podium, en slechts drie keer ernaast.
Toch zijn er op het Yas Marina-circuit al eerder gekke dingen gebeurd. Aston Martin-coureur Fernando Alonso weet er alles van. In 2010, toen de beslissing ook plaatsvond in Abu Dhabi, ging hij als koploper van het WK de race in. Hij belandde vanwege een tactische misser van zijn toenmalige team Ferrari echter achter een langzamere auto, die hij desondanks de hele race niet meer voorbij kwam. Alonso miste de titel. Zijn voorsprong voorafgaand aan de race: 15 punten.
Inhalen is in Abu Dhabi nu makkelijker dan destijds, vanwege wat aanpassingen aan het parcours en omdat de auto’s voorzien zijn van inhaalhulp DRS. Anderzijds produceren de auto’s tegenwoordig zoveel verstoorde luchtstromen dat ze elkaar lastig kunnen volgen – wat inhalen juist weer bemoeilijkt.
Lees ook
Iedereen wil spektakel op het circuit, maar regels en natuurkunde verhinderen dat
Dus als Verstappen zondag vóór de McLarens de eerste ronde weet door te komen, is het dan realistisch dat hij ze achter zich houdt, zelfs als ze eigenlijk iets sneller zijn? Hij maakt weinig woorden vuil aan zijn antwoord als NRC hem die vraag voorlegt, tijdens een sessie met de Nederlandse pers op het dak van het Red Bull-gastenverblijf in de paddock. „Dat is heel lastig te zeggen op dit moment.”
Een half uurtje eerder heeft Verstappen de persconferentie in de volle zaal met de wereldbeker voor zijn neus al even laconiek afgewerkt. Net als Norris en Piastri. Het is alsof ze elkaar proberen te overtreffen in een wedstrijdje relaxed overkomen. Piastri heeft lekker gepadeld, vertelt hij. Norris stond op de golfbaan en Verstappen was bij zijn dochtertje.
„Ik ben hartstikke ontspannen, want ik heb toch niets te verliezen”, zegt Verstappen.
„Ik heb er de afgelopen drie dagen niet aan gedacht”, zegt Norris.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05125237/051225SPO_2025499151_2close.jpg)
Max Verstappen (links), Lando Norris (midden) en Oscar Piastri tijdens een persconferentie in aanloop naar de Grote Prijs van Abu Dhabi.
Foto SANDER KONING/ANPZe smoezelen met z’n tweeën wat buiten het gehoor van hun microfoons terwijl Piastri zonder al te veel passie antwoordt op de vraag van een journalist of zijn moeder hem wel eens vraagt voorzichtig te zijn op het circuit.
Wat als ze géén kampioen worden? Verstappen grapt hangend op de bank dat hij toch al vier exemplaren van de trofee thuis heeft staan. Norris wil de boel ook niet te veel opblazen. „Het is maar een race om het kampioenschap. Over dertig jaar denk ik er waarschijnlijk niet veel meer aan. Als het niet lukt, probeer ik het volgend jaar nog een keer.”
Iemand probeert de boel wat op te stoken door te vragen wat de McLaren-rijders doen als Verstappen de race leidt, met Piastri op plek drie en Norris op plek vier. Piastri, die bij die stand geen kampioen zou worden, kan zijn teamgenoot dan aan de titel helpen door hem voorbij te laten. Verwacht Norris dat van Piastri? „Ik zou het niet van hem vragen, denk ik. Dat moet Oscar zelf uitmaken”, zegt hij. En als Piastri hem niet laat passeren, en Verstappen wint de titel, vindt Norris het ook best. „Het verandert mijn leven niet.”
Toneelspel
In elk geval voor een deel is dit het toneelspel dat bij topsport hoort. „Ze voelen heus wel druk”, zegt Jackie Stewart, die tijdens de vrije training door de paddock wandelt. De 86-jarige Schot heeft recht van spreken, want hij is zelf drievoudig wereldkampioen. „Een van hen heeft er alleen aanmerkelijk minder last van, want die heeft er al een paar gewonnen.”
Nu is de Formule 1 ook geen sport waarin de emotie regeert. Het draait er om cijfers, berekeningen en data. Wetenschap en techniek in competitieve vorm. Elk aspect van een raceweekend hebben de teams van tevoren uitgedacht en doorberekend. Niets ontsnapt aan hun aandacht voor detail: zittend op hun knieën in de pitstraat poetsen McLaren-monteurs donderdag met een doek en allesreiniger de chromen paaltjes voor het afzetlint dat opdringerige fans uit hun garage moet weghouden.
Maar soms komt er een barstje in dat pantser van koelbloedigheid en professionaliteit. Neem de hoofdreden dat Verstappen in Abu Dhabi nog kampioen kan worden: de technische en tactische blunders van McLaren in Las Vegas en Qatar.
En aan het einde van de vragensessie in de van sensatiebeluste F1-journalisten uitpuilende persruimte, toont Norris toch een glimp van wat er écht in zijn hoofd omgaat – van de al jaren met onzekerheid en overmatige zelfkritiek worstelende 26-jarige man die hij ook is.
Hij krijgt de vraag zich voor te stellen hoe het is als hij de kampioensbeker die naast hem staat, zou mogen optillen. „I don’t know”, stamelt hij zacht. „Dit is waar ik mijn hele leven voor gewerkt heb. Het zou alles voor me betekenen.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05124514/051225SPO_2025499151_1_2.jpg)
Coureurs Lando Norris (links) en Oscar Piastri poseren voor een groepsfoto met de medewerkers van McLaren voor de Grote Prijs van Abu Dhabi
Foto ALI HAIDER/EPA


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/28113054/051225SPO_2025202542_2.jpg)
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/wp-content/blogs.dir/114/files/2022/06/vries-marijn-de-2022-05-02-1280-web.png)






English (US) ·