„Tum van hooligans amsterdam is laatst overleden eerbetoon en z’n droom was om een wedstrijd helemaal te laten staken blijkbaar dis daar gaan ze voor”
Al voordat scheidsrechter Bas Nijhuis zondagavond had laten aftrappen voor de wedstrijd tussen Ajax en FC Groningen, circuleerde een screenshot van dit Whatsapp-bericht op sociale media en in groepsapps. Binnen vijf minuten werd de daad bij het woord gevoegd, toen supporters van de F-side in de Johan Cruijff Arena hun tribune veranderden in een oranjerode vuurwerkzee. Vuurpijlen vlogen over het veld, richting de omliggende tribunes. „Mensen zijn in gevaar gebracht”, erkende Ajax-directeur Menno Geelen daags na de wedstrijd.
Een wedstrijd laten staken was, afgaande op de online berichten, dus de laatste wens van de recent overleden Ajax-fan Thijmen Ruben Pfann (29), bijgenaamd Tum. Die lieten zijn ‘kameraden’ niet toevallig in de vijfde minuut uitkomen. Tum maakte deel uit van Amsterdam 5th Hooligans, een groepering binnen de harde kern van Ajax.
De ontspoorde actie tijdens Ajax-FC Groningen zorgde bij het grote publiek voor woede, onbegrip en moedeloosheid. Weer was de meerderheid de dupe van het wangedrag van een groep hooligans. In voetbalpraatprogramma’s klonk steeds dezelfde vraag: hoe kan het dat Ajax – en andere clubs – nog altijd geen grip krijgen op relschoppers? En waarom brengen supporters hun eigen club willens en wetens schade toe?
Om de binding met de harde kern te verbeteren, hebben alle Nederlandse profclubs een Supporters Liaison Officer (SLO) . Zo’n SLO, vaak iemand met een verleden binnen de harde kern, weet wat er onder supporters leeft en moet als schakel tussen fans en club escalaties helpen voorkomen. Sinds dit seizoen is het aanstellen van een SLO door de KNVB verplicht. Ajax reageerde niet op een verzoek van deze krant om contact met de SLO.
Zes generaties hooligans
SLO’s van kleine clubs krijgen doorgaans te maken met één overzichtelijke harde kern. Maar zo eenvoudig is het niet bij Ajax, waar de harde kern door de jaren heen steeds meer versnipperd is geraakt. Inmiddels bestaat de harde kern uit , elk van enkele honderden fans. Vrijwel allemaal staan zij, deels gegroepeerd maar ook door elkaar heen, op de F-side. Cultureel zijn er verschillen: zo bevinden zich onder de naamloze tweede en derde generatie hooligans van Molukse afkomst, terwijl de jongere generaties meer jongens van Marokkaanse afkomst kennen. De fans komen uit het hele land, maar de meest fanatieke wonen in Amsterdam en omstreken. Er is overlap, de leden van de verschillende groepen kennen elkaar, maar voor Ajax is er niet één aanspreekpunt.
De eerste generatie, de ‘oude garde’, ontstond in 1976, toen de club nog in De Meer speelde en de groep op vak F stond. Na de verhuizing naar de Johan Cruijff Arena in 1996 werd de eerste ring van de zuidtribune hun nieuwe thuis. Die tribune – de vakken 125 tot en met 129 en 025 tot en met 029 – staat bekend als de F-side. Het Auditteam Voetbal en Veiligheid, een onafhankelijk adviesorgaan van het ministerie van Justitie en Veiligheid, concludeerde in 2023 dat de eerste generatie hooligans, inmiddels vijftigers en zestigers, tegenwoordig „nauwelijks” nog voor incidenten zorgt.
Bekend is dat in latere generaties F-siders – de twee, derde en vierde generatie hebben zichzelf nooit een naam gegeven – verschillende criminelen hebben rondgelopen, onder wie de in 2011 vermoorde Sven Westendorp. Hoewel hij werd gelinkt aan onder meer drugshandel, zocht toenmalig Ajax-voorzitter Michael van Praag hem thuis op om over de wensen van supporters te spreken. Een andere invloedrijke figuur in de F-side was Martin van de Pol, alias Polletje, die in 2000 in een voormalige seksclub in Haarlem samen met een portier vier mensen doodde. Hij werd in 2021 zelf doodgeschoten.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/04104816/051225SPO_2025912681_1.jpg)
Vuurwerk op de F-side in de Arena.
ANPGewelddadig wangedrag
Tegenwoordig zijn het vooral de jongste hooligans – Amsterdam 5th Hooligans en (laatstgenoemde is geen ‘generatie ‘ maar weer een kleinere groep) – die zich volgens het Auditteam „met enige regelmaat” schuldig maken aan „gewelddadig voetbalgerelateerd wangedrag” en ook buiten het stadion betrokken zijn bij „verschillende vormen van criminaliteit”.
Wie precies verantwoordelijk is voor welk incident, blijft echter vaak onduidelijk. Nieuwe groepen zijn voor club en politie moeilijk benaderbaar en bij ongeregeldheden lastig te herkennen. Amsterdam Casuals plaatste maandag beelden op sociale media waarop te zien is hoe hooligans vuurwerk het veld op gooien – hun gezichten verborgen achter bivakmutsen.
Het Parool schreef in 2023 al dat de structuur van de harde kern voor de politie „veel minder inzichtelijk is dan voorheen”. Dat komt niet alleen door de geslotenheid van de groepen, maar ook doordat hooliganisme de laatste jaren volgens de krant een lagere prioriteit bij de politie. Daardoor zou ook Ajax steeds minder informatie hebben.
Het Auditteam laat weten „mogelijk” onderzoek te gaan doen naar het vuurwerkincident bij Ajax-FC Groningen en wilde daarom niet ingaan op vragen van NRC.
Niet snitchen
Het afgeschermde bestaan is een steeds belangrijker onderdeel van de hooligancultuur geworden, ziet Ramón Spaaij. Hij is socioloog aan de Universiteit Utrecht en de Victoria University in Melbourne en hij doet veel onderzoek naar hooligans. „De afspraak is: met de club, politie of media praat je niet, het is niet de bedoeling dat je snitcht. Het wij-zij-denken binnen een harde kern is groot.”
Op de tribune heerst ‘morele vakantie’, waarbij de regels van het dagelijks leven niet gelden
Centraal staat volgens Spaaij het grote belang van kameraadschap en loyaliteit. „Voor harde kernen draait het om groepsbinding; ze zien zichzelf als een familie. Dat maakt ze erg naar binnen gericht. Ze denken: we willen dit, dus we doen het.” Spaaij noemt het een ‘morele vakantie’, waarbij de regels van het dagelijks leven in het stadion niet gelden. „De vuurwerkactie – en het bewust stilleggen van de wedstrijd – is daarvan een extreem voorbeeld.”
Daar komt de sterke hiërarchie in de harde kernen bij, zegt voormalig FC Groningen-hooligan Niels Hilboesen (46). Die wordt volgens hem bepaald op basis van leeftijd en „altijd aanwezig zijn”. Betrokkenheid bij een incident kan statusverhogend werken, maar het is volgens Hilboesen niet zo dat een nieuw lid „zomaar wordt ingezet om te vechten”. Integendeel: „Veel jonge gasten die zich nu hooligan noemen hebben nog nooit een klap uitgedeeld. Het idee is wel: als er iets gebeurt, moet je met je boys in de groep zijn. Laat je het afweten, dan lig je er zo uit.”
Media-aandacht
Na afloop van Ajax–FC Groningen was er verbazing dat relschoppers, ondanks de imagoschade die het hun club berokkent, hun actie toch doorzetten. Socioloog Spaaij deelt die verbazing niet. Volgens hem kan negatieve media-aandacht juist statusverhogend werken, en zelfs een aanzuigend effect hebben. „Potentiële aanwas ziet incidenten in de media en denkt mogelijk: daar valt wat te beleven. De spanning en sensatie is vaak de reden om bij een harde kern te willen horen.”
Ondanks de aandacht voor supportersincidenten, zijn de jongere generaties hooligans volgens Hilboesen juist „tammer”. Hij wijst op het afnemende aantal incidenten in stadions, wat volgens hem te maken heeft met de consequenties die wangedrag kan hebben. „Vroeger kreeg je een paar tikken van een agent en zat je in het ergste geval een paar uur vast. Voor een kleiner incident kun je nu een stadionverbod krijgen.”
Dat neemt niet weg dat er volgens Hilboesen wel degelijk problemen zijn. Juist daarom probeerde hij enkele jaren terug namens de KNVB bestuurders en harde kernen dichter bij elkaar te brengen, maar hij stopte door een meningsverschil over het uitbannen van vuurwerk. Wat hij toen, maar ook nu benadrukt: „Voor de buitenwereld is een hooligan een link persoon, maar vaak is het gewoon de kruidenier van verderop. Met de meesten is gewoon te praten.” Juist die dialoog tussen club en harde kern, ook met fans met een stadionverbod, is „cruciaal”. Toch begrijpt Hilboesen dat een eenvoudige oplossing bij excessen zoals afgelopen zondag – „dat ging echt te ver” – voor Ajax niet zomaar te vinden is.
De Amsterdamse club richt zich in eerste instantie op het opsporen van de daders; de eersten zijn inmiddels geïdentificeerd. Ook wil burgemeester Femke Halsema een onderzoek door het ministerie . De Johan Cruijff Arena liet vrijdag weten tegen zeker tien mensen aangifte te zullen doen vanwege de ongeregeldheden. En op 14 december, tijdens Ajax-Feyenoord, blijft de F-side leeg.
Lees ook
Geweld, intimidatie en homofobie – hoe Feyenoord zijn meest gevreesde hooligans dichtbij houdt
De journalistieke principes van NRC



/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05213732/051225SPO_2025919021_2.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05205928/051225VER_2026192352_.jpg)






English (US) ·