Benjamin Perry Wenzelberg dirigeert, zingt, speelt piano en componeert: ‘Je kunt best gespecialiseerd zijn in meerdere dingen’

13 uren geleden 2

Benjamin Perry Wenzelberg is zo iemand tegen wie goedbedoelende mentoren waarschijnlijk vaak zeiden: misschien is het verstandig om je op één ding te concentreren. Maar Wenzelberg, die op z’n 26ste al een behoorlijke staat van dienst heeft als dirigent, componist én countertenor, is niet geïnteresseerd in dergelijke ‘specialisatie’, vertelt hij in een videogesprek. „Je kunt best gespecialiseerd zijn in meerdere dingen, vind ik. Het onderscheid tussen specialisten en generalisten is sowieso een beetje achterhaald. Waarom zou je je beperken tot dingen die mensen van je gewend zijn?”

Vrijdag dirigeert Wenzelberg in de Rotterdamse Doelen ensemble Het Muziek (voorheen Asko|Schönberg) in het eigentijdse oratorium Shelter (2005) van componisten Michael Gordon, David Lang en Julia Wolfe, de drijvende krachten achter het New Yorkse collectief Bang on a Can. „Drie heel verschillende componisten die hun verschillen inzetten om gezamenlijk iets te bouwen: dat is niet alleen muzikaal, maar ook op conceptueel niveau fascinerend”, zegt Wenzelberg. Beeldend kunstenaar Johannes Offerhaus plaatst de uitvoering in een kinetische installatie die met het ensemble meebeweegt. Volgende week donderdag is de herhaling in het Muziekgebouw in Amsterdam.

Zingende dirigent

Hedendaagse muziek als Shelter ligt hem als componist na aan het hart, zegt Wenzelberg. Maar dat geldt ook voor veel andere muziek: barok, twintigste-eeuwse Franse opera. En Mozart natuurlijk. Vorige maand tourde Wenzelberg nog door Nederland met het Orkest van de Achttiende Eeuw, waar hij sinds kort ‘artistic partner & creative associate’ is, in een door Jorinde Keesmaat geregisseerde productie van Le nozze di Figaro. Sommige delen leidde hij vanachter de fortepiano (hij is ook pianist, inderdaad). En toen mezzo Maria Warenberg („een dierbare vriendin”) wegens een verkoudheid de laatste twee optredens miste, draaide Wenzelberg zich om op de bok en zong zelf de aria’s van Cherubino.

„Dirigeren vormt het hart van mijn werkzaamheden, maar het sluit andere activiteiten niet uit. Ik ben altijd bezig met een nieuwe compositie, het instuderen van nieuwe muziek, studie en optredens als zanger en pianist. Al die verschillende aspecten van mijn kunstenaarschap zijn voor mij geladen met betekenis en intentie, en ik besteed veel zorg aan het plannen van mijn bezigheden. Ze verrijken elkaar. The intersection is where the power is”, zegt Wenzelberg. Zijn veelzijdigheid is niet alleen de balanceeract van een multitalent, maar ook een levenshouding: tegen uitsluiting en discriminatie, vóór de rijkdom van wat afwijkt van de norm.

Ik ben altijd bezig met een nieuwe compositie, het instuderen van nieuwe muziek, studie en optredens als zanger en pianist

Begin volgend jaar kan het Nederlandse publiek kennismaken met Wenzelberg als componist. In maart dirigeert hij bij het Radio Filharmonisch Orkest de wereldpremière van The tenth muse, met Maria Warenberg als solist, in een programma met muziek van Haydn tot Stravinsky en Gershwin. Een maand eerder, in februari, krijgt Wenzelbergs opera Nighttown zijn Europese première in Amare in Den Haag in een productie van de Dutch National Opera Academy. Nighttown, een ‘operatic reimagining’ van Ulysses van James Joyce, werd in 2023 bekroond met de American Prize for Composition in de categorie muziektheater.

Opgegroeid in het operahuis

Wenzelberg is „opgegroeid” in het operahuis: als kind zong hij acht jaar in het koor van de Metropolitan Opera in zijn geboortestad New York. „Mijn multidisciplinariteit heeft dus een specifieke bron”, zegt hij over zijn vroege blootstelling aan opera. Hij studeerde aan Juilliard en daarna aan Harvard (muziek en Engelse literatuur), waar hij met de hoogste onderscheiding zijn diploma haalde, en vorig jaar studeerde hij af aan de Nationale Master Orkestdirectie (NMO), het gezamenlijke masterprogramma van de conservatoria van Den Haag en Amsterdam. Het pendelen tussen New York en Amsterdam bevalt hem uitstekend.

Lees ook

Kenneth Montgomery had een brede blik en een grote liefde voor de opera’s van Mozart

Dirigent Kenneth Montgomery in 2004.

Bij NMO leerde Wenzelberg de gerenommeerde dirigent Kenneth Montgomery kennen. Montgomery zag wel iets in de jonge Amerikaan en stelde hem aan als directie-assistent bij een productie van Haydns L’isola disabitata met het Orkest van de Achttiende Eeuw: „Kenneth liet me repetities leiden, en ik mocht een concert voor sponsoren doen. Er was meteen een heerlijke synergie met het orkest.”

Toen Montgomery in maart 2023 vrij plotseling overleed, bleek L’isola disabitata zijn laatste productie geweest, en Wenzelberg zijn laatste assistent. „Kenneths dood is een groot verlies, professioneel en persoonlijk. Ik heb heel veel aan hem te danken. Dat het orkest mij vervolgens vroeg om voor hem in te vallen was een ongelooflijk geschenk.”

Benjamin Perry Wenzelberg.

Benjamin Perry Wenzelberg.

Foto Andy Staples

‘Artistic partner’

De samenwerking beviel van beide kanten zo goed dat er onmiddellijk een vervolg kwam. De titel ‘artistic partner’ is bedacht omdat ze zo veel samenwerken, zegt Wenzelberg. „Het Orkest van de Achttiende Eeuw voelt voor mij als thuiskomen. Le nozze di Figaro was mijn eerste project als ‘artistic partner’ en het was een van de gelukkigste periodes van mijn leven. Het niveau van detaillering van de musici, de sensationele cast, de regie. De artistieke ervaring en de verbinding zal ik de rest van mijn leven met me meedragen.”

En nu dus van Mozart naar Bang on a Can: het lijkt een grote sprong, maar Wenzelberg prijst zich gelukkig dat hij „verbonden is met beide uiteinden van de muziekgeschiedenis”. Bovendien: Het Muziek-directeur Fedor Teunisse beschouwt Shelter als een hedendaags antwoord op Handels Messiah, en daar ziet Wenzelberg wel iets in: „Het oratorium is een heel krachtige vorm om een verhaal te vertellen. Doordat er geen decor is, heb je meer afstand, het is meditatiever dan opera. Opera zit in mijn dna, ik houd zielsveel van opera, maar bij opera word je in een wereld geworpen, je zit midden in de actie. Bij het oratorium ligt de focus juist bij het bouwen van een wereld.”

Schuilplaats

En het bouwen van een wereld, een schuilplaats, is in zekere zin waar Shelter over gaat, zowel het libretto van Deborah Artman als de muziek. „Op microniveau bestaat de muziek uit cellen die steeds herhaald worden. Die cellen zijn zó sterk – neem de eerste noten van het stuk, op de woorden ‘before I enter my house’: ze vragen erom herhaald te worden, ze ontlenen hun impact aan die herhaling. Er ontstaat een knisperend, strakgespannen weefsel dat bruist van energie. De paradox, of de magie, is dat het directe en eenduidige detailniveau gaandeweg een verbijsterende sensatie van weidsheid en leegte oproept. De muziek zelf wordt een ruimte en biedt beschutting. Daarin doet ze me aan Bruckner denken, die ook ‘kathedralen’ van klank bouwde met concrete, niet-ambigue middelen.”

Waarom je NRC kan vertrouwen
Lees het hele artikel